Na bijgekomen te zijn van het uitleven van de vorige dag, kan ik mij niet veel meer
herinneren van hetgeen er zich deze morgen heeft afgespeeld. Volgens mij kan het niet veel
geweest zijn, omdat ik daartoe ook niet toe in staat zou zijn.
Wel weet ik o.a. nog dat we besloten om naar Joure te gaan, waarschijnlijk uit het feit dat ik
daar s´avonds heb geslapen.
Maar goed, ook deze dag was weer vol interessantesveels hier het relaas van dag nummer 4.
Dinsdag de 6 juli.
Om een uur of wat vetrokken we (voor mij veels te vroeg) uit Grouw, langs het starteiland
op het Pikmeer en Wijde Ee en verder over de Nesserzijlroede
naar Akkrum.
Net voorbij de spoorbrug in Akkrum, eerst maar weer eens koffie met appelgebak. Daarna al
bomend door Akkrum onder een heel laag bruggetje door, zo laag dat Carel aan de gestreken
mast moest gaan hangen. Wat geen probleem is voor Carel!?!
Na Akkrum waren we dan al snel bij de borrelplaats, ergens op de
Terkapplesterpoelen.
Bij het aanleggen, werd er geroepen vanaf de kant: Kijk uit! Er staat geen wind meer
aan de oever. Ja daar stond ik dan op de voorplecht met het landvast in mijn handen en nog
twintig meter van de kant in de luwte van het eiland. Wat nu?
Ik keek over mijn schouder naar mijn schipper, wat hij van plan was. Maar het enigste
wat Carel zei was: SPRING! En ik sprong, met kleren en al en zo trok ik onze Valk achter
me aan naar de kant. Het water was van perfecte temperatuur en aangezien de zon vandaag
eindelijk eens naar behoren scheen genoot ik van dit (on)vrijwillig bad.
Okay, toegegeven dit was doorgestoken kaart.
|